Naar aanleiding van een ► bericht van het Openbaar Ministerie acht het BFT het van belang om het volgende (nogmaals) onder de aandacht te brengen.
Accountants, belastingadviseurs en administratiekantoren hebben de plicht om handelsondernemingen die cliënt bij hun kantoor zijn en contante bedragen ontvangen van € 10.000 of meer te wijzen op de meldplicht voor de Wwft.
Het voorgaande volgt uit het cliëntenonderzoek van de Wwft.
Indien de cliënt van het accountants- of advieskantoor zelf ook een meldingsplichtige instelling is (bijvoorbeeld een autohandelaar of meubelzaak), dan zal het accountants- of advieskantoor moeten nagaan of zijn cliënt reeds op grond van zijn/haar meldingsplicht de ongebruikelijke transactie(s) heeft gemeld. In het geval dit reeds is gebeurd, dan adviseert het BFT een kopie van deze melding(en) en van de ontvangstbevestiging van de melding in het dossier te bewaren. Indien er geen melding door de meldingsplichtige cliënt is gedaan, zal die cliënt – in algemene zin – moeten worden geïnformeerd over het bestaan van die meldingsplicht.
Als er aanwijzingen zijn dat de cliënt (bijvoorbeeld de autohandelaar of meubelzaak) zich – bewust – niet aan de meldingsplicht houdt, dan zal het accountants- of advieskantoor zelf over die cliënt een melding moeten doen. Immers, het opzettelijk niet doen van een melding kan een subjectieve indicator zijn die aanleiding geeft te veronderstellen dat sprake zou kunnen zijn van witwassen (of financiering van terrorisme).
Het uitvoeren van cliëntenonderzoek is een wettelijke verplichting die in de Wwft zelf is opgenomen. Bij het bepalen van de risicoprofiel van de cliënt en derhalve in het kader van de het cliëntenonderzoek van artikel 3 kan het van belang zijn of de handelaar zich aan de Wwft houdt.
Als de handelaar zich netjes aan de meldplicht houdt, is het risicoprofiel van deze cliënt voor de accountant/belastingadviseur lager dan als dit niet het geval is. Het opvragen van de melding is derhalve geen schending van artikel 23 lid 4 Wwft omdat artikel 3 van de Wwft daarvoor een wettelijke grondslag biedt.