De tuchtrechter oordeelt op een tuchtklacht van het BFT, dat de notaris vanwege een combinatie van factoren veel meer kritische vragen had moeten stellen over de realiteit van de koopsom van de verkochte woning. Het ging om een onderhandse verkoop bij een voorgenomen executieverkoop. De koopprijs van de verkochte was onder meer veel lager dan de taxatiewaarde van de woning en de helft van de prijs waarvoor de woning een aantal jaar eerder door verkoper was gekocht. Bovendien waren de kopers familieleden van de verkoper. De combinatie van factoren had voor de notaris bovendien aanleiding moeten zijn om een melding ongebruikelijke transactie te doen.

ECLI:NL:TNORDHA:2024:9