Het gezamenlijke praktijkinkomen van de notarissen en hun samenwerkingspartners komt in de
jaarstaten tot uitdrukking in het onderdeel “Berekening praktijkinkomen”. In de uitsplitsing hiervan
naar de afzonderlijke partners/ondernemers is het de bedoeling om het praktijkinkomen van de
notarissen/partners per persoon te vermelden en het praktijkinkomen van de andere
beroepsbeoefenaren in één bedrag onder “Praktijkinkomen overige gerechtigden”.
De notarissen/partners zullen hun aandeel in het praktijkinkomen van het samenwerkingsverband ook
dienen te vermelden in hun privé jaarstaten die ze bij het BFT indienen.