Een goed werkende financiële administratie, inclusief controle door de notaris, vormt de basis voor de bescherming van cliëntengelden én het vertrouwen van cliënten in het notariaat. Het BFT diende een tuchtklacht in tegen notarissen, omdat zij onvoldoende kritisch de werking van hun financiële administratie hadden gecontroleerd. De tuchtrechter verklaarde de tuchtklacht deels gegrond en oordeelde onder meer dat de bankpas van de notaris niet bij de financiële administratie bewaard had mogen worden. Omdat er volgens het BFT meer eisen kunnen worden gesteld aan een goed werkende financiële administratie, heeft het BFT tegen de uitspraak beroep ingesteld. Het BFT evalueert verder zijn financieel toezicht mede naar aanleiding van opmerkingen van de Kamer.

► ECLI:NL:TNORSHE:2024:11