Hoe moeten de jaarstukken worden ingediend?

In artikel 3 en 10 van de Administratieverordening, zijn verslagstaten vastgesteld voor de indeling van de jaarstukken en voorschriften gegeven met betrekking tot de wijze en frequentie van berekening van de bewarings- en liquiditeitspositie. De gerechtsdeurwaarder is verplicht zijn administratie zodanig in te richten dat de verslaggeving conform deze staten kan geschieden. Indiening geschiedt door gebruikmaking van de internetapplicatie DiginBFT. Deze gebruikersvriendelijke applicatie is toegankelijk met een gebruikersnaam en wachtwoord.

2017-08-22T14:10:41+02:00augustus 22nd, 2017||

Wanneer moeten de jaarstukken worden ingeleverd?

Het is van belang dat de gerechtsdeurwaarder de jaarstukken tijdig verstrekt aan het BFT. Op grond van artikel 31 lid 1 gerechtsdeurwaarderswet dienen de jaarstukken binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar te worden opgemaakt en wat de jaarrekening betreft te worden voorzien van (ten minste) een beoordelingsverklaring van een accountant, en aanstonds daarna te worden ingediend bij het BFT. De Gerechtsdeurwaarderswet biedt geen mogelijkheid tot het verlenen van uitstel voor de indiening [...]

2017-12-18T13:07:29+01:00augustus 22nd, 2017||

Valt fiscale fraude ook onder begrip witwassen en is de meldingsplicht hierop van toepassing?

De Hoge Raad heeft op 7 oktober 2008 een arrest gewezen (LJN: BD2774) dat fiscale fraude kwalificeert als witwassen. Het bedrag aan ontdoken belasting, ook al is sprake van niet aangegeven legale inkomsten en/of vermogen, is op grond van dit arrest derhalve “uit enig misdrijf afkomstig.” Nu het enkel voorhanden hebben van een dergelijk voorwerp als witwassen kwalificeert, zal bij het vermoeden van belastingfraude sprake zijn van “de veronderstelling dat (een transactie/situatie) verband kan [...]

2018-08-15T09:03:42+02:00augustus 18th, 2017|

Moet ik ook een melding doen als de verschillende autoriteiten al op de hoogte zijn van de ongebruikelijke transactie?

Ja. Het komt voor dat een ongebruikelijke transactie al bekend is bij de fiscus of opsporingsinstanties. Niettemin zal u toch een melding moeten doen. Door uw melding, indien deze tijdig, volledig en te goeder trouw is verricht, kunt u een beroep doen op de vrijwaringsbepalingen voor eventuele civielrechtelijke of strafrechtelijke gevolgen. Daarnaast is het zo dat uw melding aan de FIU-Nederland een ander doel heeft, namelijk het eventueel opstarten van een strafrechtelijk onderzoek naar [...]

2018-08-15T09:02:11+02:00augustus 18th, 2017|

Welke gegevens dienen bij een cliëntenonderzoek te worden vastgelegd en bewaard?

De Wwft kent een zogenaamde ‘principle based’ of open norm- benadering en schrijft   niet  gedetailleerd voor hoe u de identiteit van een cliënt dient te verifiëren. Wel zijn in de Uitvoeringsregeling (artikel 4 Uitvoeringsregeling Wwft) een aantal documenten aangewezen die in ieder geval voldoen aan de wettelijke norm: ‘uit betrouwbare en onafhankelijke bron’. Voor natuurlijke personen geldt dat de identiteit kan worden vastgesteld met behulp van een geldig paspoort, een geldig Nederlands rijbewijs of [...]

2018-08-15T08:59:32+02:00augustus 18th, 2017|

Kan gebruik gemaakt worden van identificatie verricht door een andere beroepsbeoefenaar of een derde?

Op grond van artikel 10 van de Wwft is het toegestaan dat het cliëntenonderzoek wordt uitbesteed aan een derde, voor zover het gaat om identificatie/verificatie, vaststellen UBO en vaststellen doel en aard van de zakelijke relatie. Dit brengt met zich mee dat de derde, die voor deze taak gevraagd wordt, zorgvuldig moet worden gekozen. De instelling die gebruik maakt van deze wijze van cliëntenonderzoek blijft verantwoordelijk voor een juiste uitvoering van deze wettelijke bepalingen, [...]

2018-08-15T08:59:48+02:00augustus 18th, 2017|

Wiens identiteit moet worden vastgesteld bij vertegenwoordiging?

De instelling dient op grond van artikel 3 lid 2 letter f Wwft op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om te verifiëren of de cliënt ten behoeve van zichzelf optreedt dan wel ten behoeve van een derde. De instelling dient na te gaan of de natuurlijke persoon die zich presenteert als cliënt feitelijk advies wenst voor zichzelf dan wel ten behoeve van de derde. Aanleiding voor de introductie van deze verplichting is [...]

2018-08-15T09:00:05+02:00augustus 18th, 2017|

Ben ik verplicht om datum en paraaf op het ID-bewijs van mijn cliënt te zetten?

Volgens artikel 4 lid 1 Wwft dient een instelling het cliëntenonderzoek te verrichten vóórdat een zakelijke relatie wordt aangegaan. Uitzondering op deze hoofdregel is dat alleen indien dit noodzakelijk is om de dienstverlening niet te verstoren en indien er weinig risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat, op een later tijdstip de identiteit mag worden geverifieerd. Aangezien u van iedere cliënt/natuurlijk persoon naast de persoonsgegevens tevens de aard, het nummer en de datum [...]

2018-08-15T08:59:57+02:00augustus 18th, 2017|

Op welke beroepsgroepen houdt het BFT toezicht?

Het BFT is aangewezen als toezichthouder op de naleving van de Wwft door de vrije beroepsbeoefenaren. Hieronder vallen onder meer (kandidaat- en toegevoegde) notarissen, belastingadviseurs, accountants(-kantoren), administratiekantoren en juridische of financieel-economische advieskantoren. Naast het BFT zijn er nog vijfr toezichthouders die verantwoordelijk zijn voor toezicht op naleving van de anti-witwaswetgeving met betrekking tot de andere instellingen, namelijk: ► de Belastingdienst/Grote Ondernemingen/Bureau Toezicht WWFT ► Kansspelautoriteit ► de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ► De Nederlandsche Bank [...]

2018-08-15T09:00:18+02:00augustus 18th, 2017|
Ga naar de bovenkant